Taak/ functie-omschrijving

Directeur

De directeur heeft een belangrijke rol binnen de school. De directeur handelt schoolbreed en is in contact met iedereen in de school. Van leerling tot leerkracht van ouder tot IB’er. De directeur is overal bij betrokken. Het is van belang dat de directeur de visie bewaakt maar ook de school de ruimte kan geven om te blijven ontwikkelen.
Door ook het brede takenpakket van een directeur kan hij/zij erg druk zijn. Denk aan het stellen van onderwijskundige doelen tot aan de school vertegenwoordigen bij bijeenkomsten op verschillende locaties.

Als directeur ga je altijd als eerst waarnemen van wat kan er beter binnen de school, waar is nog ruimte voor ontwikkeling? Als deze ontwikkeling helder en concreet zijn, ga je als directeur opzoek naar hoe het komt dat hier nog een ontwikkeling te behalen is. Je wilt dit namelijk eerst begrijpen voordat je het probleem kunt aanpakken.

Nu het probleem in beeld is en je weet waar het probleem ontstaat dan ga je afwegen wat jou kan helpen om dit probleem op te lossen. Je gaat overwegen wat de beste actie is om te doen als directeur om de school te verbeteren. Je gaat hier in overleg met verschillende aanspreekpunten binnen de school. IB’er, leerkrachten en de specialisten.

Nadat je in gesprek bent gegaan ga je samen plannen hoe je het probleem kunt gaan oplossen. Hoe gaan we het aanpakken en over welke periode willen wij dit doel kunnen behalen?

Na deze planning gaan je als team bezig met het handelen naar de planning. Je zorgt dat je de gestelde doelen haalt en als directeur houd je dit door korte gesprekken in de gaten.

Tijdens deze periode ga je steeds in gesprek en blijf je evalueren of het nog beter kan. Aan het einde van deze periode ga je met iedereen om de tafel om te controleren of iedereen zijn of haar gestelde doelen heeft behaald.

 

Intern Begeleider

De intern begeleider wordt belast met het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling van het zorgbeleid binnen de school. De Intern begeleider zorgt ook voor de begeleiden en professionaliseren van de aanwezige leerkrachten.

De intern begeleider analyseert op school de zorgactiviteiten, de toets resultaten en leerling besprekingen. Aan de hand hiervan werkt de IB’er didactische leerlijnen uit. 

De intern begeleider heeft door de gevolgde opleidingen en de ervaringen algemene theoretische en praktische kennis opgedaan op didactisch en pedagogisch niveau. Door al deze voorkennis heeft de IB’er ook een breed scala aan hulpmiddelen om problemen te leren begrijpen.

Samen met de directeur en de groepsleerkracht gaat de IB’er in gesprek om een oplossing te bedenken en dit te hanteren met de groepsleerkracht.

Na een gesprek kan een IB’er zorgen voor een opzet en uitwerking van een leerlingzorgsysteem volgens de afspraken die gemaakt zijn in een zorgplan.

De IB’er weet samen met de leerkracht naar dit doel te handelen kan ook het kind en de leerkracht begeleiden. Na het handelen moet de IB’er zich verantwoordelijk voelen om het proces te evalueren met de leerkracht en met het kind te kijken of de doelen zijn behaald.

 

Rekencoördinator

Een rekencoördinator draagt bij aan het optimaliseren van het reken-wiskundeonderwijs op de basisschool. Rekencoördinatoren kunnen verschillende taken vervullen:

  • vraagbaak voor zijn collega’s, het beheer van rekenmaterialen
  • Ze kunnen adviezen geven over de aanschaf van rekenmateriaal of een methode
  • Ze dragen bij aan deskundigheidsbevordering van het team. Hij/zij geeft adviezen bij het opstellen van handelingsplannen.
  • Bij houden van vakliteratuur en het verspreiden ervan.
  • Collegiale klassenconsultatie, ze werken nieuwe collega’s in, verstrekken informatie aan ouders.
  • De rekencoördinator woont studiedagen en congressen bij.
  • De rekencoördinator onthoudt externe contacten met de schoolbegeleidingsdienst, uitgevers en regionale reken-wiskundewerkgroepen.

De rekencoördinator is vooral op school een rekenstimulator.

De rekencoördinator gaat waarnemen hoe het rekenonderwijs in de school is. Hij moet begrijpen waar het probleem ligt in de school wat betreft het rekenonderwijs. Hij komt tot de conclusie dat de methode verouderd is en dat deze vervangen moet worden. Samen met de collega’s gaat hij overwegen wat een goede nieuwe methode is. De plannen die hij maakt worden besproken op schoolbreed niveau om te kijken of elke collega het eens is met de keuze die gemaakt is. Wanneer dit het geval is wordt er naar gehandeld en worden de nieuwe methodes besteld en ingevoerd. Na een jaar of twee jaar gaan de leerkrachten samen het proces van het bestellen van de nieuwe methode en de nieuwe methode zelf evalueren.

 

Taalcoördinator:

De belangrijkste elementen van de taalcoördinator:

  • Het taalonderwijs zelf – de taalcoördinator houdt zich bezig met de kwaliteit van het onderwijs
  • Een taalcoördinator is een vraagbaak en een stimulator voor de rest van het team.
  • De taalcoördinator moet erop toezien dat het taalonderwijs op een verantwoorde manier wordt vastgelegd en dat veranderingen planmatig verlopen.

 

Een taalcoördinator neemt waar hoe de taalprocessen in de school verlopen. Hij of zij moet begrijpen wat de er in de school gebeurd op gebied van taal. De taalcoördinator merkt op dat er veel kinderen zijn met een taalachterstand of moeite met taal. Hij/zij gaat samen met collega’s uit de groepen in gesprek over wat het idee is van deze leerkracht zodat hij/zij kan begrijpen wat er precies aan de hand is. Hij gaat overwegen wat de verschillende opties zijn. Dan gaat hij plannen maken over wat de eventuele problemen op kunnen lossen en gaat daarna handelen. Uiteindelijk gaat de taalcoördinator samen met de leerkrachten van die desbetreffende kinderen evalueren wat deze oplossingen hebben gedaan voor dit kind.